Pagina 25 van: Bestelauto nr. 2 – 2019

25bestelauto nr. 2 – 2019
Van Driel volgt met gps (de zwarte unit onder de driehoek) zijn auto’s,
maar ook zijn aanhangers.
Met een beveiliging van de achterdeuren en extra vergrendeling op de
zijdeur houdt Fraanje inbrekers redelijk op afstand.
bij een HiAce: “Kijk nou eens naar de kwaliteit van de
schakelaars van de elektrisch bediende ramen. Die gaan
na vijftien jaar door bouwvakkers bediend te zijn nog
steeds net zo soepel als op dag één.”
Compact-uitvoering
Het meermerkenbeleid komt ook omdat Toyota
geen zware bestelauto voert. “Die hebben wij wel nodig.
Vandaar die Opels, Peugeots en Fiats. Vooral de Fiat
Ducato combineert de meeste value for money met de
beste service. En wij waarderen de Fiat-service, omdat
de meeste Fiat Professional dealers bij een truckdealer
zitten. Die hebben voor ons veel betere openingstijden
en een hogere servicegraad. Omgekeerd ben ik heel blij
met de lengte 1 Compact-uitvoering van de ProAce. Die
is perfect voor ons. Wij kwamen qua ruimte nooit weg
met een VW Caddy of een Opel Combo. De ProAce Com-
pact biedt net dat volume dat wij in de Combo tekort
kwamen.”
Kopen
Vroeger leaste Fraanje alle zakelijke auto’s. “Maar
ik ben de bedrijfswagens gaan kopen”, zegt Van Driel.
“Vooral vanwege de vele discussies met de leasemaat-
schappij over wat gebruikssporen zijn en wat schade.
Volgens de leasemaatschappij viel het altijd onder
schade en meestal een mille of drie. Toen ben ik gaan
rekenen en bleek kopen voor ons veel voordeliger. Om
te beginnen rijden wij met acht tot tien jaar veel langer
dan een leasemaatschappij wil leasen. Gemiddeld rijden
onze bedrijfswagens 20.000 km per jaar. Mechanisch
kan een bestelauto dat makkelijk. Als wij er eentje weg
doen, is dat bijna altijd omdat hij zo verjaard is, dat hij
niet meer representatief is voor ons bedrijf. De auto’s
zijn toch je eerste visitekaartje.” Er is nog een punt
waarom Van Driel zijn voertuigen liever koopt. “Nu
is het werk niet aan te slepen. Maar we kennen ook
crisisjaren. Je krimpt gemakkelijker met een wagenpark
met eigen voertuigen door verkoop dan ze in te leveren
bij de leasemaatschappij en het boekwaardeverschil te
moeten betalen.”
Onnodige kilo’s
Over schade heeft Willem van Driel weinig te
klagen. “In de bouw hebben ze wel eens lekke banden
en kapotte veringen. En er gaat wel eens een schuif-
deur stuk. Maar de meeste schade hadden wij vanwege
diefstallen. Dat is zorgelijk en de beveiliging is een punt.
We kopen alle bestelauto’s met dichte laadruimten
(zonder glas). En verder beveiligen we mechanisch de
schuifdeuren en is de achterdeur vergrendeld met een
trekhaakbeveiliging. Dat helpt redelijk goed. Gelukkig,
want aangifte doen levert zelden iets op. En verzekeren
loont niet als je kijkt naar de hoogte van de premies en
de snelheid waarmee de verzekeraar de waarde af-
schrijft. Een totale diefstal hebben we nog niet gehad.”
Om zijn vloot netjes te houden koppelt Van Driel zijn
bedrijfsvoertuigen zoveel mogelijk aan één bestuurder.
“Die krijgt een bus, een waspas en tekent een contract
dat hij goed met de auto zal omgaan. Eigenlijk gaat dat
goed. Maar we zouden meer kunnen, want we hebben
een Allsetra-volgsysteem voor de kilometerregistratie.
Daarmee zouden we trouwens ook kunnen zien als een
voertuig gestolen wordt. Op het volgsysteem zit ook
rijstijlanalyse. Ik zie daar van alles voorbijkomen, maar
ga daar nuchter mee om. Wel letten we nu nog te wei-
nig op brandstof, dat moet eigenlijk beter. Wat ik al wel
doe, is controle op overtollig gewicht. Vooral de jongens
van de verzekeringsafdeling hebben altijd enorm veel
onnodige kilo’s aan boord. Die hebben ook de meest
geloofwaardige theorieën waarom iets niet weggegooid
kan worden!”
24-25_toyotafraanjewagenpark.indd 25 03-10-19 16:32