
Het afbouwen van de vrijstelling van de BPM-heffing op bestelauto’s is een onredelijke lastenverzwaring voor ondernemers en doet niets voor de vergroening van het bedrijfswagenpark, in tegendeel zelfs. Met die boodschap heeft voorzitter Jacco Vonhof van MKB-Nederland dinsdagmiddag in de Tweede Kamer een petitie overhandigd aan de vaste commissie voor infrastructuur en waterstaat. Dat deed hij mede namens VNO-NCW, evofenedex, Bouwend Nederland, BOVAG, TLN, Techniek Nederland en RAI vereniging. Morgen is er in de Kamer een debat over duurzaam vervoer.
De organisaties vragen de Kamer met hun petitie om de afschaffing van de BPM-vrijstelling voor bestelauto’s met fossiele verbrandingsmotor bij het kabinet van tafel te krijgen. ‘Ondernemers zijn massaal bezig met verduurzaming en willen ook echt hun wagenpark vergroenen. Maar elektrische bestelauto’s zijn nog lang geen volwaardig alternatief voor de installateur, hovenier, aannemer en transporteur die óf lange afstanden moet afleggen óf de bus zwaar moet beladen”, aldus Vonhof bij de overhandiging. De actieradius is nog te beperkt en er is nog geen toereikend oplaadnetwerk, zo menen de partijen.
Er zal met deze maatregel dan ook geen ondernemer méér overstappen op elektrisch, aldus de organisaties. De klimaatdoelen raken eerder verder uit beeld dan dichterbij, omdat ondernemers waarschijnlijk langer in hun oude dieselbesteller blijven rondrijden of een tweedehands met lagere BPM aanschaffen. Zonder BPM-vrijstelling gaat een nieuwe diesel gemiddeld 11.000 euro meer kosten (+38 procent). “Een excessieve en onredelijke lastenverzwaring voor ondernemers, die vooral het mkb raakt”, aldus Vonhof. Circa tweederde van alle bestelauto’s in ons land is in gebruik bij bedrijven met maximaal vijf bestelauto’s.
Vonhof wijst erop dat vele duizenden mkb-bedrijven afhankelijk zijn van een betaalbare bestelauto om hun boterham te kunnen verdienen. “Een bestelauto is voor ondernemers geen luxeproduct, maar pure noodzaak.”
Het kabinet wil de vrijstelling van BPM-afdracht voor bestelauto’s met een fossiele verbrandingsmotor tussen 2024 en 2026 geleidelijk afschaffen om de elektrificatie van het bestelautopark te versnellen. Het verwacht daarmee tussen 2024 en 2030 in totaal 2,2 miljard euro op te halen. Volgens de ondernemingsorganisaties is dat een veel te rooskleurige inschatting. Door de maatregel zullen minder ondernemers een nieuwe diesel kopen en vallen de BPM-opbrengsten dus lager uit.
SGP-Kamerlid Chris Stoffer heeft over de kabinetsplannen al Kamervragen gesteld. Zo wil hij onder meer weten of het kabinet bereid is met het bedrijfsleven in gesprek te gaan om te komen met tot werkbare alternatieven.

Vooral de grotere bestelwagens (bussen, pickups, bakwagens etc), waarbij veel lading in het voertuig, en/of een aanhangwagen achter het voertuig vervoerd worden, zijn in dit plan de klos (en dit zijn er nogal wat).
Er is simpelweg geen elektrisch aangedreven alternatief voor, en dit gaat er op korte termijn ook niet komen, maar juist deze voertuigen kennen een nu al hoge aanschafprijs, waardoor het verwachte BPM bedrag extra hoog zal uitvallen. Op een voertuig met een catalogusprijs van € 50.000,- wat heel gangbaar is, dient men rekening te houden met een +- € 18.000,- BPM.
Het afschaffen van de BPM vrijstelling om deze ondernemer te bewegen elektrisch te gaan rijden, is dus totale onzin, en lijkt een zoveelste melkkoe voor het kabinet om hun kas te vullen.