
Voltia is een nieuwe aanbieder op de Nederlandse markt van e-bestelvoertuigen, Het bedrijf kan momenteel een elektrische versie leveren van de Citroën Jumper. Het bedrijf claimt dat via de Voltiamethode elektrisch bestellen vanaf een 50.000 km per jaar goedkoper is dan het rijden op diesel. Bestelauto reed met het voertuig en constateerde dat er behoorlijk de gang in zat.
De meeste aanbieders van elektrische voertuigen appelleren aan het schone karakter van het zero-emissie. En als er dan maar genoeg fiscaal voordeel is, zijn we als Nederlander er als de kippen bij. “Ja we doen het ook voor het milieu.” Maar omdat die stimulerende regelingen in rap tempo minder worden, taant de belangstelling en zo blijven we de rond de kip-eivraag draaien. EV’s worden niet goedkoper omdat de vraag achterblijft en omdat er niet voldoende vraag is, daalt de prijs te langzaam. Voltia wil dat doorbreken. Waar je bij andere aanbieders alleen de accu least, kun je bij deze jonge onderneming je Jumper alleen rijden as a service. Dat resulteert een vaste maandprijs die berekend wordt aan de hand van het werkelijke gebruik. Dus behalve verzekering, reparatie en onderhoud zit ook de kosten voor de elektriciteit en de elektrische infrastructuur.
Countrymanager Manolo de la Fuente is een gedreven man. Hij gelooft in zijn product en vindt dat Voltia snel een duidelijke bijdrage kan leveren aan de verbetering van de luchtkwaliteit en het verminderen van de CO2-uitstoot. “Wij zijn er van overtuigd dat er over 10 jaar massaal elektrisch gedistribueerd wordt. Daar nemen wij alvast een voorschot op door met name het Klein- en Middenbedrijf dat elektrische rijden nu al aan te bieden als een service. In feite leveren wij elektrische kilometers. De ondernemer krijgt van ons alles wat hij nodig heeft voor zijn mobiliteit voor een overzichtelijk vast bedrag. Dat is transparant. Dat is veel beter te behappen dan in een keer hele bedrag te moeten aftikken. Daarmee benaderen wij het zero-emissierijden veel meer vanuit de haalbaarheid.”
Het aanbod is volgens De la Fuente het meest interessant als een ondernemer vrij veel rijdt. “Uitgaande van een voertuig zonder subsidie, rijdt een ondernemer bij ons al vanaf 50.000 kilometer goedkoper dan met hetzelfde voertuig op diesel”, rekent De la Fuente voor. “Dat kan voor bijvoorbeeld voor een koeriersdienst of een pakketbezorger al gauw heel aantrekkelijk zijn. Heeft de ondernemer een aantoonbare zakelijke belangen in Amsterdam of woont hij daar, dan kan het nog voordeliger. Die stad heeft als een van de weinigen in Nederland nog een stevige subsidiepot die ze aanwenden om de luchtkwaliteit te verbeteren. Daarmee komt voor ons de aanschafsprijs tussen de 10 en 15 mille lager te liggen en dat verschil geven wij één op één door aan onze klanten.”
Voltia zelf is van Slowaakse oorsprong maar is inmiddels ook gevestigd in Tsjechië en Oostenrijk en sinds dit jaar ook in Nederland. Hoewel het bedrijf vooral een uitkomst lijkt te zijn voor de kleinere ondernemer, leverde het tot nu toe vooral aan juist grote bedrijven als DPD, TNT en de Slowaakse post. Manolo verklaart dat omdat dit soort bedrijven met het e-rijden nu eenmaal op kop lopen.
Wat heeft Voltia te bieden? Om dat uit te vinden namen we er een mee voor een blokje om door Den Haag. Het standaard voertuig van Voltia is gebaseerd op de Jumper L2 H2. Maar alle andere maten zijn ook mogelijk. De auto rijdt helemaal elektrisch en heeft een standaard range van een 200 kilometer (beladen). Als dat niet genoeg is, kan er een accupakket tot 80 kW geplaatst worden waarmee de auto 260 kilometer ver komt. Met de range zit het dus wel goed. Ook de motor mag er zijn. Die levert maar liefst 158 kW of te wel een ongehoorde 215 pk. Die wordt via een enkele reductie overgebracht op de voorwielen. Die power verleidt wel tot een rijgedrag dat nu net níet wenselijk is bij een elektrisch voertuig. Na enig oefenen met het gevoel voor het ‘gaspedaal’ maakte de Jumper zijn naam meer dan waar en veranderde in een straaljager! De auto is weliswaar in snelheid beperkt tot 130 km/h maar een iets andere instelling van de elektronica zou hier zowel de range als veiligheid ten goede komen. De auto heeft verder alle vanaf de fabriek geleverde veiligheidsmiddelen als EPS, ABS en EAB. De auto rijdt goed, stuurt goed en je kunt er prachtig mee
cruisen. Het standaard Citroën dashboard is netjes en zakelijk. Hier geen iPad-achtige toestanden maar slechts een enkel extra bescheiden display waarop de elektrische functies zijn af te lezen. Daarop zie of je economisch rijdt en of je verbruikt of juist de bewegingsenergie weer regenereert in stroom voor de accu.
Dat regenereren mag van ons iets nadrukkelijker. We zien dat ook bij andere aanbieders van elektrische voertuigen. De auto remt wel af op de motor maar je hebt nog steeds de voetrem behoorlijk nodig om tot stilstand te komen. De balans daarvan kan beter want dat is allemaal verloren energie. Verder is het een gewone Jumper. Of toch niet helemaal. De voertuigen van Voltia die tot nu toe op de markt verschenen, hebben hun accupakket namelijk niet ónder de auto maar in de laadruimte staan. Dat komt omdat de Jumper een zelfdragende carrosserie heeft en er dus weinig plaats onder het voertuig is. En dat bederft de pret want de accu’s nemen de ruimte in een blokpallet. Volgens De la Fuente komt dit omdat de bus waar wij mee reden van de Slowaakse post is. En die werkt met een snelwisselsysteem voor de accu’s. “We hebben deze kritiek meer gehoord en werken aan een versie waarbij de accu’s beter geplaatst zijn. Net zoals we nog dit jaar met een kleiner model bestelwagen komen met een actieradius van 100 kilometer voor puur stedelijk gebruik. Die is natuurlijk prijstechnisch interessanter.”
Dat laatste is ongetwijfeld zo. Maar daar komt Voltia wel in dezelfde spagaat als alle andere aanbieders van kleine EV bestelwagens: de aanschafprijs is duidelijk hoger dan het Euro 6 dieselmodel en door de geringe kilometrage is het heel moeilijk dat op de besparing van de dieselkosten terug te verdienen. Gelukkig speelt in dat segment de ‘Wow-factor’ veel meer mee dan het verbruik en zijn er steeds meer binnenstadondernemers die wel degelijk op het milieu letten.
Bert Roozendaal